Menu

“Risico’s? Die neem ik niet meer!”

Op 12 oktober 2020 stort de sleuf waarin Henk van der Weide werkt in. Henk komt bekneld te zitten en verliest bijna zijn been. Samen met collega Wilco van Duinen en zijn vrouw Annet blikt hij terug op de afgelopen tien maanden.

Henk opent de deur van zijn huis in Slagharen zelf. Zijn dikke onderbeen in een aangepaste spijkerbroek valt direct op. “Ik ga niet de hele dag in een trainingsbroek lopen”, stelt Henk resoluut. Het feit dat hij loopt is al bijzonder. “Er was sprake van een amputatie. Een van de ambulancebroeders zei in dat gat: ‘misschien moeten we dit been wel afzetten’. Dat hoorden de jongens, ik zelf kreeg die opmerking gelukkig niet mee.
 

“Er was sprake van een amputatie. Een van de ambulancebroeders zei: ‘misschien moeten we dit been wel afzetten’.

​De zeerte

“Hoe is ’t met de zeerte?”, wil Wilco eerst weten. “Als ik loop, dan verneem ik dat wel in de knie. Dinsdag moet ik naar het ziekenhuis om opnieuw foto’s te maken. Zondagnacht had ik pijn, zoveel pijn had ik nog niet eerder gehad. Het schoot erdoor.” Henk pakt er een aantal echofoto’s bij, waarop grote schroeven in zijn been te zien zijn. Een ervan staat behoorlijk schuin. “Dat is waarschijnlijk de boosdoener. We moeten het dinsdag maar gewoon afwachten.”
 

Betonduiker

“Ik weet alles nog”, gaat Henk terug in de tijd. Ik was in Almere aan het werk. We waren een betonduiker aan het leggen en ik stond onderin de sleuf. Ik zag iets bewegen en stapte met één been op de betonnen buis. Met de andere was ik te laat. Toen knalde de klei en het puin ertegenaan. Ik voelde geen pijn. Daniël van de Streek, een jongen van zestien jaar, heeft me losgespit en daarna ging ik mee met de ambulance. Wilco knikt instemmend: “Die jongen was nog wel een paar dagen van de kaart.”

Zijn dikke onderbeen in een aangepaste spijkerbroek valt direct op. Maar het feit dat hij loopt is al bijzonder. “Er was sprake van een amputatie."

​Hij zit er nog aan

“Ik was de meeste tijd buiten bewustzijn, gelukkig maar. Tussendoor maakten ze me nog even wakker, zodat ik mijn telefoon vrij kon geven. Dankzij die actie konden ze mijn familie bellen. Henks vrouw Annet liet de telefoon eerst nog even rinkelen. “Ik was aan het werk en kende het nummer niet. ‘Het zal wel’, dacht ik. Daarna ging ik bij de buurvrouw koffiedrinken. Toen ik thuis kwam, had ik drie gemiste oproepen. Mijn zwager stond inmiddels al op de stoep. Ik moest er vanuit gaan dat zijn been geamputeerd werd, kreeg ik te horen. ’s Avonds reed ik met mijn schoonzusje naar het ziekenhuis in Amsterdam en kreeg ik telefoon: zijn been kon bespaard blijven. Toen dacht ik: ‘O gelukkig, hij zit er nog aan!’
 
Henk ligt drie weken in het Amsterdamse ziekenhuis. “Ik moest drie keer onder zeil in een week. Mijn been was niet veel meer dan een hol geraamte. Ze hebben een spier uit mijn rug gebruikt in mijn been. Als je proftennisser of bergbeklimmer bent, dan zou je hem missen. Maar dat ben ik toch niet”, grapt Henk..

​Altijd onder talud

Hoe kon dit gebeuren, hoor je iedereen denken. “Ja, zeg het maar. Slechte plekken? Water? Domme pech?”, verzucht Henk. Wilco vult hem aan. “Zand is instabiel. Dat graaf je altijd schuin af. Dit keer werkten jullie in klei en was er niet onder talud gegraven. Misschien zat er een breuklijn. Zand zou naar beneden schuiven, maar deze klei viel als brokken naar beneden.”
 
Henk zou het een volgende keer dus zeker anders doen en wil dat ook graag meegeven aan zijn collega’s. “Mijn belangrijkste tip: graaf altijd onder talud! Ik was mij van geen kwaad bewust, ik dacht dat je in de klei veilig zonder talud kon werken. Nu weet ik: zand, klei of welke grond dan ook: altijd onder talud. Eerder nam ik nog wel eens risico’s, vooral als de tijdsdruk toenam. Dat ga ik niet meer doen.”
Wilco: “Ik denk dat mensen ook bewuster zijn geworden. Vooral de mensen die het van dichtbij meegemaakt hebben. Laten we het maar veilig doen, anders kom je er net als Henkie uit te zien. Het komt door zo’n ongeluk dichtbij. Velen zeggen: ‘het had mij ook zo kunnen gebeuren’.
 

Henk over diamond painting: “Ik heb er al twaalf klaar denk ik. Het werkt rustgevend.”

​Krallegies plakken

Inmiddels zijn er tien maanden voorbij. Henk vult zijn tijd met televisie kijken en een nieuwe hobby: diamond painting. “Ik heb er al twaalf klaar denk ik. Het werkt rustgevend.” Voor de leken op dit gebied: de set bestaat uit een plakvel met allemaal nummertjes erop. Het nummer staat voor een kleur van de diamant, die je vervolgens op de juiste plek plakt. Annet deed ook een poging: “Ik heb er zes ‘krallegies’ opgelegd. Dat is niets voor mij. Jij hebt ook veel meer geduld Henk! Ik zou stapelgek worden, ook van het thuiszitten. Henk blijft heel rustig. ‘Het is nu eenmaal gebeurt…’, zegt hij dan.”
 

Henk on tour

Henk had gehoopt na de bouwvak weer aardig op de been te zijn. Zo ver is het helaas nog niet. Toch geeft hij de moed niet op. “Als ik maar weer fatsoenlijk kan lopen, dan ben ik tevreden. Ik ga wel eens mee een dagje on tour. Even bij de jongens langs, dat doet me altijd goed!”